Landschappelijke inpassingen buitengebied
Meerdere
Bij een landschappelijke inpassing gaat het om het inpassen van een gebouw, infrastructuur of een gebruik in het landschap. Bij een goede inpassing wordt rekening gehouden met de typische kenmerken en kwaliteiten van het landschap door middel van aanleg van in het gebied passende landschapselementen en de aanplant van gebiedseigen beplanting.
Een voorbeeld is de veiling CZAV te St Annaland waar in 2004 een plan is gemaakt voor de inpassing van de gebouwen in het landschap. Naast karakteristieke beplantingselementen als Zeeuwse haag, populierenrij en streekeigen bosplantsoen is hier gewerkt met een dijk/grondwal waarachter opslag van materialen uit het zicht plaats kan vinden. In het landschapsbeeld storende elementen worden op deze wijze aan het zicht onttrokken.
De eis tot landschappelijke inpassing is veelal vastgelegd in het gemeentelijk en provinciaal beleid. Zo hanteert de Provincie Zeeland als algemeen uitgangspunt dat een nieuwe ontwikkeling zodanig in het landschap moet worden ingebed dat het als een logisch onderdeel deel uitmaakt van het landschap. Hiervoor wordt uitgegaan van een 10 meter brede afschermende groengordel. Elke situatie is echter maatwerk en vraagt om een voor de locatie en de initiatiefnemer passend en goed onderbouwd plan.